Driftbuien
Vanaf ongeveer 1 jaar beginnen kinderen zelfstandig te lopen en willen ze steeds meer dingen zelf doen. Je kind wil vaker zelf bepalen wat er gebeurt, maar soms loopt dat niet zoals ze willen. Als iets niet lukt of niet mag, kan je kind boos worden. Het is soms moeilijk te begrijpen waarom je kind een driftbui krijgt, maar maak je geen zorgen. Dit hoort bij de normale emotionele ontwikkeling van je kind.
Driftbuien zijn heel normaal
Tussen 1,5 en 4 jaar hebben kinderen vaak boze buien. Deze periode staat bekend als de 'peuterpuberteit'. Driftbuien zijn heel normaal. Alle peuters hebben het. Peuters kunnen hun emoties nog niet goed onder controle houden en hebben daarom jou als ouder nodig om ze hierbij te helpen. Rond hun 3e jaar worden de boze buien meestal minder en tegen hun 5e jaar zijn ze vaak bijna verdwenen.
Positieve aandacht zorgt voor minder boze buien
Met positieve aandacht kun je zorgen voor minder boze buiten. Geef je kind op verschillende momenten positieve aandacht. Je kind zal dan minder vaak om negatieve aandacht vragen.
Speel samen met je kind, knuffel, of doe leuke dingen samen. Geef complimenten als je kind iets goed doet en vertel waarom je een compliment geeft. Laat je kind keuzes maken als dat mogelijk is. Als je peuter wat ouder is, dan kun je voor het slapen gaan over de dag praten, zowel de leuke als minder leuke momenten. Bespreek ook samen wat er de volgende dag gaat gebeuren.
Reageren op een boze bui
Je kunt een boze bui niet altijd voorkomen. Je kind schreeuwt en stampt van woede. Wat dan?
- Erken de boosheid van je peuter wanneer hij of zij boos is. Gebruik eenvoudige woorden. Je kind voelt zich dan gehoord en begrepen.
- Je hoeft niet toe te geven aan de boze bui van je kind. Leg kort uit waarom iets niet mag. Kort herhalen kan helpen om kalm te blijven of je peuter rustig te houden.
- Geef je kind ruimte om zijn emoties te uiten. Laat je kind boos zijn of huilen.
- Blijf in de buurt van je kind en wacht tot de boze bui minder wordt.
- Grijp wel in bij ongewenst gedrag, zoals gooien met spullen, slaan of schoppen. Stop waar je mee bezig bent en vertel je kind welk gedrag moet stoppen en waarom.
- Als je kind niet stopt, breng je peuter naar een rustige en veilige plek en zeg rustig en duidelijk: 'Dit mag echt niet. We blijven hier totdat je weer rustig bent.' Blijf bij je kind, maar reageer niet op het gedrag. Herhaal wat je hebt gezegd totdat je kind rustiger wordt.
Rustig blijven
Zorg ervoor dat je rustig reageert in plaats van zelf boos te worden als je kind een driftbui heeft. Vooral in het openbaar kun je je ongemakkelijk voelen. Geef niet toe om een boze bui te voorkomen. Je kind zal later weer grenzen opzoeken en verward raken als het die keer niet mag.
Onthoud dat boze buien erbij horen. Alle kinderen krijgen ze. Het is een teken dat je kind steeds zelfstandiger wordt. Lukt het echt niet om rustig te blijven? Zorg er dan voor dat je kind in een veilige omgeving is en neem een momentje voor jezelf om weer rustig te worden.
Geef positieve aandacht wanneer je peuter weer rustig is
Het is erg belangrijk om positieve aandacht te geven zodra je peuter weer rustig is. Zeg kort iets over wat er is gebeurd: 'Je was net heel boos, maar nu ben je weer rustig, fijn.' Geef je kind een compliment en een knuffel. Help je kind dan op gang met iets leuks om te doen.
Wil je dat we meedenken?
Worstel je erg met de driftbuien van je kind? Onze pedagogisch adviseurs denken graag met je mee bij vragen of zorgen rondom ouderschap, de ontwikkeling van je kind, of de manier waarop je hen opvoedt. Neem gerust contact met ze op, ze denken graag met je mee.
CJG-podcastaflevering
In de podcast 'Is dit normaal?' nemen wij jou mee in situaties die veel voorkomen bij de opvoeding van kinderen. In de aflevering over driftbuien bij peuters vertelt Mariëtte meer over haar ervaring met driftbuien en geeft Wendy, jeugdverpleegkundige, tips en adviezen.
Veelgestelde vragen
Hoe kan ik een boze bui bij mijn peuter voorkomen?
Wat kun je doen om boze buien te voorkomen:
- Positieve aandacht zorgt voor minder boze buien.
- Zorg dat je kind weet wanneer dingen gebeuren: eet op vaste tijden en bedenk een vast bedritueel. Dat geeft een gevoel van controle.
- Leer je kind duidelijke regels en leg uit waarom sommige dingen niet mogen. Herhaal de regels regelmatig, want het kan even duren voordat peuters ze onthouden. Het is normaal dat peuters de regels af en toe testen, dus maak je geen zorgen als je peuter soms niet luistert.
- Probeer situaties waarin je 'nee' moet zeggen tegen je kind te beperken. Berg bijvoorbeeld spullen op waar je kind niet aan mag komen.
- Verwacht niet te veel van je kind. Peuters kunnen bijvoorbeeld nog niet lang aan tafel zitten.
Ook met deze tips zijn driftbuien niet helemaal te voorkomen. Boze buien horen bij het gedrag van peuters. Elk kind heeft er wel eens last van, sommigen meer dan anderen. Dit kan ook te maken hebben met het karakter van je kind.